HeatNet
Info
Samenwerking:
Hogeschool van Amsterdam, City of Dublin Energy Management Agency Ltd, Plymouth City Council, CAP 2020 asbl, Stad Kortrijk, Intercommunale Leiedal, Energy Cities, Ville de Boulogne-sur-Mer, Universiteit Gent, Aberdeen City Council, Mijnwater B.V., South Dublin County Council, Centre d'études et d'expertise sur les risques, l'environnement, la mobilité et l’aménagement.
Funding:
Interreg North-West Europe
Resourches:
TOEPASSEN LAGE-TEMPERATUUR WARMTENET IN DE STAD (HEATNET)
Internationaal onderzoeksproject HeatNet analyseert uitrol vierde generatie warmtenet in zes Noord-Europese steden
We willen onze steden weerbaar maken voor de toekomst. Dat betekent onder andere dat onze steden energieneutraal moeten worden. Het overschakelen op warmtenetten is een belangrijk onderdeel van deze energietransitie. Warmtenetten gebruiken restwarmte, zoals warmte die overblijft bij industrie, elektriciteits- of afvalcentrales, om stedelijke gebieden te verwarmen. Deze warmte kan gebruikt worden voor het verwarmen van tapwater en woningverwarming.
NIEUWE GENERATIE WARMTENET
Warmtenetten bestaan al bijna 150 jaar. De eerste warmtenetten werden in gebruik genomen in 1880. Traditioneel gebruiken warmtenetten hoge temperaturen.Door nieuwe technieken in gebouwen zijn deze hoge temperaturen niet meer nodig. Bijvoorbeeld door de opkomst van nieuwe warmtepompen (een alternatief voor centrale verwarming) en vloerverwarming. Daarom wordt gewerkt aan een nieuwe generatie warmtenetten met veel lagere temperaturen, slechts 30°C tot 70°C.De nieuwe warmtenetten worden vierde generatie warmtenetten of 4DHC genoemd. Deze warmtenetten hebben een aantal voordelen. Door de lagere temperaturen:
- zijn er meer geschikte bronnen van restwarmte te vinden;
- gaat er minder warmte verloren bij transport.
Maar de implementatie van deze nieuwe generatie warmtenetten vraagt om nieuw beleid. HeatNet draagt hieraan bij.